Patroon Bargello

BARGELLO BORDUREN
Het boek ‘500 Needlepoint patterns’ bevat zoals de titel al prijsgeeft
heel veel patronen, vijfhonderd om precies te zijn. Patronen waarmee
je prachtige borduurwerken kunt maken in de stijl van de bargello
borduurtechniek. Een techniek waarbij je platsteken borduurt, in
verschillende lengtes en in allerlei kleurrijke combinaties waardoor er
ontelbaar veel schitterende patronen ontstaan. En met die patronen
maak jij op jouw beurt weer schitterende creaties!

Bargello borduren is niet moeilijk. Het enige wat je ervoor nodig hebt is geduld en oog voor detail zodat je ervoor zorgt dat je de steken netjes maakt. Maar dat geldt voor ‘gewoon borduren’ natuurlijk ook!

WELKE STOF?
Voor de bargello borduurtechniek gebruik je geen geen linnen of Aida, maar een stramien en canvas. Je hebt deze stoffen in verschillende soorten. In het boek wordt gebruik gemaakt van Zweigart Mono Deluxe Needlepoint Canvas 14 count mesh 100% katoen. Dit stramien is stevig genoeg om zonder borduurring op te borduren.

WELK GAREN?
Welk garen je moet gebruiken hangt af van de grootte van de gaatjes in het canvas of het stramien waarop je gaat borduren. Gebruik je net als in dit boek een canvas van 14count dan is DMC Soft Cotton yarn perfect. Maar je zou er bijvoorbeeld ook haakkatoen met een garendikte van 5 ply voor kunnen gebruiken. Let erop dat het garen dat je gebruikt niet te dik is, want dan trekt je stramien krom. Het garen mag ook niet te dun zijn, want dan blijf je het canvas zien.

WELKE NAALD?
De borduurnaald die je gebruikt moet dun genoeg zijn om door de gaatjes in het canvas gehaald te kunnen worden, maar het oogje moet groot genoeg zijn om er het dikkere borduurgaren doorheen te kunnen halen. In het boek wordt de DMC tapestry naald in de maat 18/22 gebruikt.

BORDUREN MAAR!
Het borduren van de platsteek zelf spreekt voor zich. Je maakt een knoop in de draad en haalt hem van onder naar boven door het canvas, het stramien. Je steekt de naald met draad weer door het canvas op de plek waar dit volgens het patroon moet. En dan ga je door naar de volgende steek. Let er wel op dat je een ‘route’ plant langs de verschillende steken en kleuren zodat je voorkomt dat je achterlangs grote stukken moet overslaan. En je borduurwerk aan de achterkant bestaat uit allemaal draden die kruislings over elkaar heen gaan. Netjes werken is het devies!

KLAAR?
Ben je klaar met borduren? Knip dan het overtollige canvas af. Let er wel op dat je niet door de geborduurde steken heen knipt. Je kunt je borduurwerk eenvoudig houden en het inlijsten. Of gebruik het bijvoorbeeld als een applicatie op een kussen op een tas. En heb je eenmaal de smaak te pakken dan kun je het patroon zelfs zo groot maken als je zelf wilt en er bijvoorbeeld een meubelstuk mee bekleden. Opties te over!