Patroon Winters landschap - DMC

Borduren in kruissteek is ontzettend leuk om te doen, maar door gebruik te maken van andere borduursteken zoals de korte en lange platsteken, satijnsteken en stiksteken krijg je net iets meer vrijheid bij het borduren. Elke steekje wordt precies zo gezet als jij dat zelf wilt. En op die manier wordt elk borduurwerk gemaakt in deze vrije borduurstijl uniek. Ook al gebruik je als leidraad hiervoor een patroon, zoals dit leuke winterse borduurpatroon van DMC bijvoorbeeld.

BORDUURFORMAAT: Ø 18 cm

BENODIGDHEDEN: Linnen borduurstof (28 count). DMC borduurgaren in de volgende kleuren: blanc (1), 3753 (2), 931 (3), 932 (4), 501 (5), 505 (6), 07 (7), 08 (8), 640 (9). Borduurnaald met scherpe punt. Borduurschaartje. Rijggaren. Overtrekpapier. Stift met wateroplosbare inkt. Borduurring (20 cm doorsnede). Stuk vilt (20 cm doorsnede).

GEBRUIKTE STEKEN: Steelsteek (A), Korte en lange platsteken (B), Opgevulde satijnsteek (C), Stiksteek (D), Platte satijnsteek (E), Kettingsteek (F), Frans knoopje (G).

VOOR JE BEGINT: Neem het patroon, dat je vindt op pagina 38, over op de stof met behulp van overtrekpapier en/of een stift met uitwisbare inkt. Klem de stof vast in de borduurring.

WERKWIJZE: Zoek het midden van de stof met behulp van een centimeter en begin vanuit dit midden met het borduren van het patroon. Borduur alle borduursteken met twee draden volgens de aanwijzingen in het patroon op het patronenblad.

AFWERKING: Laat de stof in de borduurring zitten. Knip het teveel aan borduurstof af. Zorg dat je ongeveer 2-3 cm overhoudt. Rijg met naald en draad rondom door de stof. Trek de draad aan en hecht af. Naai (met een festonsteek) of lijm (met wat textiellijm) het stukje ronde vilt op de achterzijde van de borduurring.